SPELREGELS COMPETITIE WINTERCIRCUIT 2016 -2017
 
Voor wie?
Iedereen die lid is/wil worden van de Spartaan en bij de eerste loop van het circuit, minstens 16 jaar is, kan meedoen aan deze competitie. Ook de recreanten junior en de wedstrijdatleten, die per 1 november bij de B-jeugd zijn/worden ingedeeld, kunnen meedoen. (ook al zijn ze nog geen 16 jaar).

Wat kost het?
Meedoen is gratis voor leden.
 
Familieleden of vrienden, die eens kennis willen maken met de Spartaan, kunnen ook gratis meedoen.
Uitzondering is de duin-strandloop. Daar betalen zij voor de te ontvangen consumptie.
 
Welke categorieën?
We onderscheiden zowel bij de dames (D) als bij de heren (H), bij voldoende deelnemers,
5 leeftijdscategorieën:
 
Senioren        D kort en lang                          H kort en lang                16 t/m 34 jaar
Masters1        DM1 kort en lang                     HM1 kort en lang            35 t/m 44 jaar
Masters2        DM2 kort en lang                     HM2 kort en lang            45 t/m 54 jaar
Masters3        DM3 kort en lang                     HM3 kort en lang            55 t/m 64 jaar
Masters4        DM4 kort en lang                     HM4 kort en lang            65 jaar en ouder
 
Je leeftijd op de dag van de eerste loop is bepalend voor de categorie waar je in zit!
 
Inschrijven.
Inschrijven kan voor de korte of de lange afstand.
Wisselen van de lange of korte afstand mag bij inschrijven maar is gedurende de competitie niet toegestaan.
Als je op een loop wel start, maar niet finisht, dan krijg je wel de helft van het aantal punten van de laatste in je categorie. Meld je dan wel even af bij de jury. (zodat wij weten we dat je wel gestart bent)
 
Voor degenen, die zich hebben ingeschreven voor de 10 km in het Z&Z-circuit en willen lopen in Lisse, (onze loop op 27 november) is het toegestaan om deze afstand te lopen in plaats van de bij de inschrijving opgegeven korte of lange afstand.
De tijd rekenen we dan om met een hiervoor beschikbare tabel!
Voor aanvang van de loop moet je dan wel even aangeven dat je de 10 km gaat lopen.
Doe je dat niet en besluit je tijdens de loop om de andere afstand te lopen, dan wordt dat geregistreerd als ‘niet gefinisht’ (DNF).
 
Opmerking: omdat we blijkbaar tot nu niet voor iedereen duidelijk zijn geweest over de spelregels, hebben we bij iedereen die in Warmond een andere afstand heeft gelopen dan bij de inschrijving opgegeven, de gelopen tijd omgerekend.
 
  
 
Puntentelling.
Per wedstrijd krijgt de nummer 1 van de korte en de lange afstand 100 punten
De nummer 2 van de korte en de lange afstand krijgt 98 punten
De nummer 3 van de korte en de lange afstand krijgt 96 punten, enz, enz.
Eindigen twee personen gelijk, dan krijgen ze beiden het gemiddelde van de twee plaatsen.
Op de Coopertest krijg je 2 punten voor elke 25 meter.
 
Uitslagen.
In de uitslagen worden de punten van de korte- en lange afstand per categorie vermeld. Bij de Coopertest krijgen alle deelnemers 2 punten per 25 gelopen meters. Als je drie lopen hebt gemist, wordt alleen nog de gelopen tijd genoteerd. Je krijgt dan geen punten meer. De tot dan toe behaalde punten blijven gewoon staan.
 
Eindklassement.
Aan het einde van de competitie wordt een eindklassement opgemaakt. Om in het eindklassement vermeld te worden moet je aan 5 van de 7 wedstrijden deelnemen en tellen de beste 4 resultaten van de eerste 6 wedstrijden plus het resultaat van de coopertest. (die is verplicht).
Hij of zij met het hoogste aantal punten is de winnaar in zijn of haar categorie.
 
Eindigen twee lopers met een gelijk aantal punten, dan bepaalt de afstand op de Coopertest wie heeft gewonnen. (ook wie vóór de ander eindigt in hetzelfde 25 m vak)
 
Voor de duidelijkheid: de Coopertest is verplicht. Voor wie dan niet kan, is er (eerder) een
reserve Coopertest.
 
Ook als je maar aan een paar loopjes mee kunt doen, ben je natuurlijk van harte welkom om mee te doen.
(deelnemen is belangrijker dan winnen). Ook dan wordt je opgenomen in de uitslagen.
 
Alleen leden worden opgenomen in het eindklassement en komen in aanmerking voor prijzen.

Bij onvoorziene situaties beslist de CRA, als de spelregels daar niet in voorzien.